Milieu impact en duurzaamheid
Welke milieutechnische en praktische overwegingen zijn er bij toepassing?
Milieutechnische overwegingen: Ruwe bodemas bevat diverse verontreinigingen die potentieel schadelijk zijn voor bodem en water. Voorbeelden zijn zware metalen als koper, lood, zink, antimoon en zouten zoals chloriden, sulfaten en bromiden.
Bron: open.rijkswaterstaat.nl.
Zonder behandeling kunnen deze stoffen uitlogen (uitspoelen) naar het grondwater, vooral vanwege de hoge pH van verse bodemas die uitloging van bepaalde metalen bevordert.
Bron: open.rijkswaterstaat.nl.
Daarom is ongewassen bodemas ongeschikt voor direct gebruik; het vereist IBC-maatregelen of – beter – opwerking tot een schonere kwaliteit. Bij gewassen bodemas worden deze milieurisico’s sterk verminderd: het wasproces verwijdert een groot deel van de opgeloste zouten en reduceert de concentraties van zware metalen in het materiaal.
Bron: rijnlandroute.nl & rijnlandroute.nl
Het eindproduct wordt pas vrijgegeven als uit laboratoriumtests (kolomproeven volgens de norm) blijkt dat de uitloging onder de wettelijke emissiegrenswaarden blijft (bron: rijnlandroute.nl & rijnlandroute.nl)
Dit betekent dat bij normaal gebruik van gewassen bodemas in werken er geen onaanvaardbare verspreiding van verontreinigingen naar de omgeving optreedt.
Desondanks is het milieutechnisch van belang alert te blijven op specifieke stoffen: uit ervaringen blijkt bijvoorbeeld dat het element antimoon altijd in lage concentraties aanwezig is in bodemas. Hoewel gewassen bodemas doorgaans binnen de norm blijft, kunnen bepaalde snelle testmethoden incidenteel een overschrijding suggereren. (bron: rijnlandroute.nl)
In die gevallen is nader onderzoek (via officiële testmethoden zoals de kolomproef) nodig gebleken, waarbij tot nu toe telkens is bevestigd dat het materiaal aan de eisen voldoetrijnlandroute.nl. Voor gemeenten is dit een aandachtspunt: vertrouwen op gecertificeerde keuringsrapporten is gerechtvaardigd, maar bij zorgen kan aanvullend (gemeentelijk) toezichtonderzoek gedaan worden, zoals in Katwijk is gebeurd met goed resultaat (Bron: rijnlandroute.nl & rijnlandroute.nl)
Tot de milieutechnische overwegingen behoort ook het besef dat de reiniging van bodemas zelf restproducten oplevert (bijvoorbeeld slib of filtercake met geconcentreerde verontreinigingen uit het waswater) die als gevaarlijk afval moeten worden afgevoerd. De integrale milieubalans blijft echter positief: er wordt per saldo veel minder materiaal gestort en de toepassing voorkomt de winning van nieuwe delfstoffen.
Bron: stimulus.nl
Praktische overwegingen: In de praktijk gedraagt gewassen bodemas zich vergelijkbaar met traditionele bouwstoffen zoals zand, menggranulaat of grind. Constructief wordt goed opgewerkte bodemas als funderingsmateriaal als gelijkwaardig aan zand beschouwd. Bron: sikb.nl. Het materiaal bestaat uit een mix van korrelmaten (vaak 0-40 mm na breken/zeven) en heeft een steenachtige structuur, wat goede draagkracht en stabiliteit kan bieden in bijvoorbeeld wegfunderingen (Bron: open.rijkswaterstaat.nl)
Gemeenten dienen er rekening mee te houden dat gewassen bodemas niet volledig uit zuivere minerale fracties bestaat: er kunnen sporen van onbrandbare resten zoals glas, keramiek of heel incidenteel kleine stukjes metaal/plastic achterblijven (Bron: rijnlandroute.nl) Zo is vastgesteld dat in de huidige kwaliteitsproducten gemiddeld minder dan één knoopcelbatterij per ton materiaal voorkomt (Bron: nieuws.hvcgroep.nl) – dit illustreert dat het reinigingsproces veel (maar niet 100%) van vreemde materialen verwijdert. Dergelijke minieme resten zijn toegestaan binnen de norm en leveren doorgaans geen milieu- of veiligheidsrisico op (Bron: rijnlandroute.nl), maar het is goed om bij toepassing visueel te inspecteren en eventuele opvallende objecten handmatig te verwijderen indien nodig.
Een ander praktisch punt is de hantering en opslag van gewassen bodemas. Omdat het materiaal vochtig uit de wasinstallatie komt, wordt het meestal eerst tijdelijk opgeslagen in een depot om te laten uitdruipen en rijpen (Bron: rijnlandroute.nl) Bij opslag in de gemeente (bijvoorbeeld door een aannemer) is het verstandig maatregelen te nemen tegen wegwaaien van droog materiaal (stofvorming) en tegen afstromen van eventueel uitlogend water. In de praktijk zal een voldoende gewassen partij nauwelijks verontreinigingen uitspoelen, maar het is desondanks een best practice om regenwater van opslagplaatsen op te vangen of te zuiveren voordat het het riool of oppervlaktewater in gaat. Bij verwerking op de bouwplaats kan dezelfde materieel worden gebruikt als voor zand of puingranulaat (denk aan kiepwagens, wielladers, trilplaten etc.). Uitvoerders merken weinig verschil, behalve dat bodemas door de samenstelling soms lichter kan zijn per kubieke meter dan zand, en iets donkerder van kleur.
Ook dient men de reikwijdte van toegestane toepassingen praktisch in acht te nemen: volgens het Besluit bodemkwaliteit mogen secundaire bouwstoffen als bodemas alleen in het kader van een bouwkundig werk worden toegepast, met een functie in dat werk (Bron: rijnlandroute.nl).
Dit betekent dat gewassen bodemas bijvoorbeeld gebruikt mag worden als funderingslaag onder een weg, als ophoogmateriaal in een dijklichaam of als vulmateriaal onder een vloer – maar niet zomaar als losse stort op een terrein zonder functie. Deze eis voorkomt dat men bodemas als verkapte vorm van storten gebruikt; er moet een nuttige toepassing zijn. Voor gemeenten impliceert dit dat elk gebruik binnen hun projecten of door derden getoetst moet worden aan het criterium “functioneel toepassen in een werk”. Gelukkig zijn de meeste beoogde toepassingen (wegen, taluds, infrastructuur) per definitie zulke werken.
Al met al vergt de toepassing van gewassen bodemas enig bewustzijn van bovengenoemde punten, maar technisch en logistiek is het goed uitvoerbaar en vergelijkbaar met conventionele bouwmaterialen.
Milieu-impact en duurzaamheid
Effecten op bodem, water en luchtkwaliteit
Bodemas en circulariteit: bijdrage aan een circulaire economie
Milieuvriendelijke verwerkingstechniekenatie