Mogelijkheden en uitdagingen
Mogelijkheden:
Circulaire materiaalstroom: Gewassen AEC-bodemas biedt een aantrekkelijke mogelijkheid om bijvoorbeeld binnen de gemeente circulaire economie doelstellingen te realiseren. Door dit secundaire materiaal te gebruiken in plaats van primaire grondstoffen, verkleint men de afvalberg en wordt een reststof omgezet in een nuttige bouwstof. (Elke ton gewassen AEC-bodemas die hergebruikt wordt, betekent een ton minder zand of grind die gewonnen hoeft te worden. Dit spaart natuurlijke hulpbronnen en kan de ecologische impact van infrastructuurprojecten verminderen.)
Lagere milieulast en CO₂-besparing: Het hergebruik van gewassen AEC-bodemas in lokale werken kan bijdragen aan reductie van CO₂-uitstoot, omdat de energiekosten voor het winnen en transporteren van primaire bouwstoffen wegvallen of afnemen. Zeker als gewassen AEC-bodemas regionaal beschikbaar is (bijvoorbeeld afkomstig van de afvalenergiecentrale die afval van de gemeente verwerkt), scheelt dit transportbewegingen. Bovendien wordt door opwerking van gewassen AEC-bodemas ook het metaal uit het afval teruggewonnen, wat elders in de materiaalketen weer grondstoffen bespaart.
Kostenvoordelen en resource efficiency: In sommige gevallen kan gewassen AEC-bodemas financieel gunstig zijn, afhankelijk van de voorwaarden waaronder het geleverd moet worden; hoeveelheden, planning, beschikbaarheid.
Innovatie en voorbeeldfunctie: Door als gemeente gebruik te maken van gewassen AEC-bodemas, profileert men zich als innovatief en duurzaam. Dit kan een voorbeeld stellen voor andere gemeenten en vertrouwen creëren in secundaire bouwstoffen. Gemeenten kunnen in hun aanbestedingen of beleid sturen op het toepassen van dit soort circulaire materialen (bijv. via een percentagedoelstelling of als gunningscriterium).
Oplossing voor lokale afvalstromen: Indien de gemeente (of regio) zelf aandeelhouder is van een afvalenergiecentrale of indien er een AEC-bodemas-opwerkingsinstallatie binnen de gemeentegrenzen staat, kan het toepassen van gewassen AEC-bodemas lokaal ook helpen om eigen afvalketens te sluiten. Het laat zien dat de gemeente verantwoordelijkheid neemt voor de volledige keten van afval naar grondstof binnen het eigen beleidsterrein.
Uitdagingen:
Publieke perceptie en draagvlak: Door verwarring van de verschillende typen AEC-bodemas in de media is er een negatieve associatie onstaan bij het woord AEC-bodemas. Er kan hierdoor een acceptatieprobleem bij eindgebruikers bestaan.
Gewassen AEC-bodemas (gecertificeerd op beoordelingsrichtlijnen BRL2307-01 en BRL2307-02 en/of gekeurd volgens AP04) is echter niet te vergelijken met ongewassen AEC-bodemas en bestaat uit totaal andere waarden en heeft andere toepassingsvoorwaarden. Communicatie speelt hier een cruciale rol.Kwaliteitsvariaties en leveringszekerheid: Gewassen AEC-bodemas is geen generiek bulkproduct dat overal onbeperkt verkrijgbaar is; het komt van specifieke installaties. Er zijn in Nederland maar enkele installaties die op dit moment gecertificeerde gewassen AEC-bodemas leveren die als Niet Vormgegeven bouwstof inzetbaar is.
Er geldt een meldingsplicht: 4 weken voor levering moet er een DSO-melding ingediend worden bij Bevoegd Gezag. (Bestuurlijke overheid die jurisch verantwoordelijk is voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Vaak uitbesteed aan een omgevingsdienst.)
Bovendien moet elke opgewerkte partij AEC-bodemas gekeurd worden, dus er zit een administratief-organisatorisch aspect aan (wachttijd op keuringsresultaten e.d.). Het is verstandig hier rekening mee te houden in projectplanning.Aansprakelijkheid en beheer van oude werken: Voor gemeenten die in het verleden veel AEC-bodemas als IBC-bouwstof (Isoleren, Beheren, Controleren) in infrastructuur hebben toegepast (bijvoorbeeld onder oude wegen of industriegebieden) bestaat het risico dat bij reconstructie of graafwerk die vervuilde AEC-bodemassen vrijkomen. Dan wordt de gemeente geconfronteerd met een partij historisch materiaal die mogelijk niet meer voldoet aan huidige normen en als afval moet worden afgevoerd. Dit kan onverwachte kosten en saneringsverplichtingen met zich meebrengen. Dit is geen risico van gewassen AEC-bodemas zelf, maar wel een erfgoed van vroegere toepassingen waar gemeenten rekening mee moeten houden in hun bodembeleid. Het benadrukt des te meer waarom nieuwe toepassingen nu alleen nog met gewassen NV materiaal mogen – om toekomstige generaties dit probleem te besparen. IBC-bouwstoffen mogen niet meer toegepast worden.
Kijk hier voor alle bronvermelding van deze pagina